Gratis adviezen voor aquarium en vijver
Home
Aquarium algemeen
Vissen
vissen als huisdier
vissen in soorten
vissen kopen
stress  bij vissen
Ongewervelde dieren
Zoetwater Aquarium
Stappenplan Aquarium
Sitemap
Referenties
Gastenboek

Elke vis heeft z'n eigen-aardigheden

Om u nu een indruk te geven van wat je zoal aan verschillen in interessant gedrag tegen kunt komen geven we hieronder een kleine wat gegeneraliseerde schets van een select aantal 'groepen' van vissoorten die geschikt zijn voor het zoetwateraquarium. Elders op deze site zullen we tezijnertijd dieper op de genoemde soorten ingaan en ook de 'buitenbeentjes' voor wat betreft gedrag en eigenschappen bespreken.

Levendbarenden

Een aantal van de meest bekende aquariumvissen behoren tot de levendbarende tandkarpers. Van nature komen de soorten die tot deze familie behoren voor in Zuid- en Midden Amerika en het zuidoosten van de USA. In de eerste helft van de vorige eeuw is echter met name het muskietenvisje (Gambussia affinis), maar ook de gup (Poecilia (Lebistus) reticulata), wijd verspreid uitgezet in (sub)tropische gebieden ter bestrijding van de malariamug.

 

Poecilia reticulata - gup (man)

De meest bekende levendbarenden zijn de gup (Poecilia reticulata, eerder ook Lebistus reticulata genoemd), de platy (Xiphophorus maculatus, of Xiphophorus variatus), de gewone zwaarddrager (Xiphophorus helleri) en de black molly (kweekvorm van Poecilia sphenops). Dit zijn uitstekende soorten voor beginnende liefhebbers. Ze zijn nieuwsgierig en wennen snel aan hun verzorger. daarnaast is het een prachtige ervaring om op een bepaald moment voor het eerst jonge visjes in het aquarium te zien. Nog maar net geboren lijken de jongen al sprekend op de moeder en ze redden zich over het algemeen uitstekend.
Guppen laten over het algemeen hun jongen wel met rust. Zwaarddragers jagen wel achter de jongen aan. Goede mogelijkheden om te schuilen zijn dan belangrijk als u wat van de jongen groot wilt brengen.
Bedenk wel dat bij guppen de jongen vaak een ander uiterlijk hebben dan de ouders zelf. Als u daar rekening mee houdt kan dit ook leuke verassingen geven. 

 

Guppen zijn in allerlei kleuren en met verschillende vinvormen verkrijgbaar. Ook van de platy, de zwaarddrager en de molly zijn verschillende kweekvormen te koop.
Als u een kijkje neemt in de speciaalzaak kunt u al snel een behoorlijk beeld krijgen van wat zo al beschikbaar is.

Levendbarende tandkarpers voelen zich het prettigst als u ze in een klein groepje houdt. Bij zwaarddragers moet zo'n 'groepje' dan bestaan uit één man en 2 of 3 vrouwen. Hoewel ze zeer verdraagzaam zijn naar andere vissen, zijn de volwassen mannen van deze soort onderling aggressief. Hetzelfde geldt voor hoogvinkarpers (Poecilia velifera en Poecilia latipinna).

Vooral voor kinderen zijn guppen, platy's, molly's en zwaarddragers heel geschikte soorten om de eerste ervaringen mee op te doen (mits uiteraard goed begeleid). Voor hen is de geboorte van de jongen een hele belevenis.

Labyrinthvissen

Een tweede groep heel interessante vissen. Labyrinthvissen hebben een speciaal orgaan waardoor ze in staat zijn zuurstof uit de lucht te gebruiken.
Labyrinthvissen komen voor in Azië ( de goerami's, de betta's en de paradijsvissen) en een deel van Afrika (Ctenopoma soorten).

 

Colisa lalia - dwerggoerami (man)

De meest geschikte vertegenwoordigers voor het aquarium zijn een aantal goerami's, zoals de dwerggoerami (Colisa lalia) en de diamantgoerami (Trichogaster leerii) en betta's zoals de Siamese kempvis (Betta splendens). Daarnaast behoren ook de al heel lang bekende paradijsvissen (Macropodus opercularis en Macropodus ocellatus) tot de labyrinthvissen die uitstekend in een aquarium te houden zijn.
De hierboven genoemde labyrinthvissen zijn schuimnestbouwers. De mannen bouwen het nest en bewaken de eieren en de pas uitgekomen jongen. In het begin zal de man ook de jongen, als deze te ver van het nest raken, in de bek nemen en in het nest terugspuwen. Zodra de jongen echt vrij gaan zwemmen is het ook voor pa niet meer bij te houden. Als u tegen die tijd de jongen niet apart hebt gezet
is het einde verhaal. De jongen zijn zeer klein en zullen binnen zeer korte tijd worden verorberd door de andere aquariumbewoners.

De meeste goerami's en betta's zijn prima geschikt voor gezelschapsaquaria.
Ze zijn zeer verdraagzaam tegenover andere vissoorten. In de meeste gevallen is het echter verstandig om van de gurami's of betta's niet meer dan één paartje in het aquarium te hebben.

 

Siamese kempvis - Betta splendens - (pronkend mannetje van de kweekvorm 'half moon').

Ook is het belangrijk dat er voldoende schuilruimte in het aquarium is (planten, decoratiehout en dergelijke). Een paartje dwerggoerami's of betta's kan vrij snel overgaan tot nestbouw en ei-afzetting, zelfs in een gezelschapsaquarium. Op zich een heel interessante gebeurtenis, maar het vrouwtje wordt na de ei-afzetting zeer resoluut door het mannetje weggejaagd en dat gaat er niet erg zachtzinnig aan toe. Als er dan geen plaatsen zijn waar ze uit het zicht van het mannetje kan blijven ziet het er slecht voor haar uit.
 

Karperzalmen

Tot de karperzalmen behoren zeer bekende aquariumvissen als de neon tetra (Paracheirodon innesi) en de kardinaal tetra (Paracheirodon axelrodi). Karperzalmen komen van nature uitsluitend voor in Midden - en Zuid Amerika en Afrika. Denk daarbij bv aan het stroomgebied van de Amazone en van de Kongo.

 

Een groep kardinaaltetra's - Paracheirodon axelrodi

De groep van de karperzalmen (orde Characiformes) bestaat uit minstens 1400 verschillende soorten, waarvan verreweg de meeste uit Amerika.  Karperzalmen zijn dan ook te vinden in elke denkbare biotoop binnen de tropische wateren in Amerika en Afrika.
De variatie is groot en het is dan ook niet verassend dat veel van onze tropische aquariumvissen behoren tot de groep van de karperzalmen. Vele bekende 'scholenvissen', die zich voornamelijk in de middelste waterzones ophouden, maar ook ‘oppervlakte’ vissen, zoals de bijlzalmen en ‘bodem’vissen zoals de grondzalmen behoren tot deze groep. Naast herbivoren (planteneters) zijn er echte carnivoren (vleeseters), zoals de piranha’s en roofzalmen.
 

Barbelen en Danio's

Barbelen en danio's behoren tot de karperachtigen. Het verspreidingsgebied van de voor het aquarium geschikte barbelen (met name het geslacht Puntius) en danio's strekt zich uit van China en Zuidoost Azië tot India. Barbelen staan bekend als drukke vissen die soms lastig te houden zijn in een beplant gezelschapsaquarium. Als men echter bij de keuze van planten en gezelschap rekening houdt met de barbeeltjes die men houden wil is er meestal geen probleem en kan men volop genieten van deze vaak mooie vissen.
Danio's, zowel als barbelen dienen in groepjes te worden gehouden. Barbelen worden daarom vaak als 'scholenvis' verkocht. Hoewel het zeker zo is dat danio's en barbelen in groepjes gehouden moeten worden zijn het toch geen echte scholenvissen (evenmin trouwens als de meeste 'scholenvissen' voor het aquarium). Bij barbelen komt dit ondermeer tot uiting doordat barbelen territoria vormen op de bodem van het aquarium. Barbelen zijn dan ook niet goed te combineren met cichliden. (Steinle, Christian-Peter. 1999. Barbelen. Tirion Uitgevers, Baarn).

 

   

Eén van de bekendste barbeeltjes, de sumatraan (Puntius tetrazona)

 

Een langvinnige kweekvorm van de zebradanio (Brachydanio rerio)

Danio's staan bij de meeste aquariumhouders beter bekend. De chinese danio (Tanichthys albonubes) en de zebra danio (Brachydanio rerio) om maar eens twee welbekende danio's te noemen, zijn sterke vissen die in een groepje gehouden moeten worden. In tegenstelling tot veel andere 'vrijleggers' laten chinese danio's (evenals de verwante soorten danio's uit Vietnam) de pas uitgekomen vislarven, evenals de zich ontwikkelende jonge visjes, met rust. In een gezelschapsaquarium zal dit niet opvallen, omdat er meer dan voldoende andere vissen in het aquarium rondzwemmen die zich wel aan het jongbroed zullen vergrijpen Maar als men de chinese danio's apart huisvest is het leuk om te zien dat er nu en dan weer nieuwe jonge visjes te bewonderen zijn.
 

Regenboogvissen

Regenboogvissen komen voor in Australië en Nieuw Guinea. Alle regenboogvissen moeten bij voorkeur gehouden worden in groepjes van minimaal 5 exemplaren

 

Melanotaenia boesemani, één van de soorten verkrijgbare regenboogvissoorten

De vissen zijn over het algemeen zeer verdraagzaam. Het zijn echter wel snelle zwemmers die werkelijk als pijlen door de bak kunnen flitsen bij het voeren. Dit kan behoorlijk imponerend werken op sommige andere, meer rustige (trage)soorten. De laatsten zijn dan ook niet echt geschikt om samen met regenboogvissen in een gezelschapsaquarium te houden.

Cichliden

Cichliden vinden we vooral in Zuid en Midden Amerika en in Afrika. Cichliden vallen op door hun veelal fraaie kleurpatronen. Maar echt interessant zijn de cichliden voornamelijk vanwege de door hen bedreven broedzorg.
Een cichlidenkoppel dat bij elkaar past zal al snel een territorium opeisen (vaak het eerste wat het mannetje doet zodra hij zich maar een beetje thuis voelt in het aquarium) en eieren afzetten. Afhankelijk van de soort worden de eieren dan in de bek genomen (zgn muilbroeders), of op een plat voorwerp, of in een holte  afgezet. In alle gevallen worden de eieren en daarna het visbroed, beschermt tegen vraat door andere dieren.

Het is een prachtig gezicht als bijvoorbeeld bij een Apistogramma soort (een zuid amerikaanse dwergcichlide) moeder cichlide de jongen 'uitlaat' en bij elkaar houdt (zie de foto). Haar intens gele kleur geeft een duidelijke boodschap af ook aan de vader om uit de buurt te blijven, terwijl het voor de jongen als veilig herkenningspunt werkt.

Veel van de grotere cichliden zijn vanwege hun territoriumgedrag en de ruimte die dat vraagt, als ook het feit dat het hier toch ook vaak om echte roofvissen gaat, moeilijk te combineren met andere vissoorten. De dwergcichliden zijn juist heel geschikt voor een gezelschapsaquarium met b.v verschillende groepen karperzalmen.

Cichliden kunnen als koppel gehouden worden en in sommige gevallen (Apistogramma spp) als haremgroep bestaand uit één man en 2 of 3 vrouwtjes (afhankelijk van de grootte en de inrichting van het aquarium).

 

Malawicichliden.
Een kijkje in een aquarium speciaal ingericht voor Malawicichliden. Het grote aantal bij elkaar gehuisveste cichliden is karakteristiek voor een aquarium dat een biotoop nabootst van één van de Oost-Afrikaanse meren.

 

De uitzondering op deze regel zijn de cichliden uit de grote meren van Oost Afrika. Cichliden in het Malawimeer en in het Tanganijikameer en de oorspronkelijke cichliden in het Victoriameer leven in grote aantallen dicht op elkaar. Ook in het aquarium dienen de dieren op een zo natuurlijk mogelijke manier te worden gehuisvest. Dit betekent een behoorlijk aantal vissen naast stenen, slakkehuizen en wat verder maar nodig kan zijn in de aquariuminrichting om voldoende schuilplaatsen en mogelijke territoria te creëren. Uiteraard is de exacte inrichting van het aquarium afhankelijk van de vissoorten die u wilt gaan houden. Juist door het ruime aantal vissen blijft de onderlinge agressie van de vissen beperkt. 
 

Corydoras

Corydoras behoren tot de groep van pantsermeervallen (Callichthyidae). Corydoras worden het best gehouden in groepjes van minimaal 5 stuks. Aan hun bek met de baarddraden is al te zien dat deze vis op en rond het bodemmateriaal leeft. Ze zijn vrijwel de hele tijd bezig met het afzoeken van de bodem op voedsel. Zijn daarom ook prima opruimers van restanten voer dat door andere vissen wordt achtergelaten. {Let er echter aub op dat ze niet van uitsluitend achtergelaten restjes voer kunnen leven. Ze hebben meer voedsel nodig!}

 

Corydoras trilineatus

 

Een nadeel is dat het voedselzoeken gepaard gaat met wroeten in de bodem. Dus als u van helder water in uw aquarium houd moet u deze visjes alleen in het aquarium plaatsen als u de nodige voorzorgen hebt genomen. {Afdekken bodemgrond met wat grotere (platte) steentjes En 'wroetplekken' maken (van bv schoon fijn zand) waar het wroeten geen kwaad kan}.

Andere meervallen

Naast de Corydoras is er nog een andere grote groep van meervallen die interessant is voor ons aquarium. De meeste van deze meervallen behoren tot de groep van de harnasmeervallen (Loricariidae). Net als bij Corydoras verblijven ook de andere meervallen in en rond het bodemmateriaal. Harnasmeervallen hebben geen schubben. Ze dragen baarddraden die heel verschillend van vorm kunnen zijn.
Er zijn nog veel harnasmeervallen die nog geen wetenschappelijke naam hebben. Om de soorten toch onderling te kunnen onderscheiden krijgen deze soorten voorlopig een nummer toegewezen met de letter L. In de aquariumhobby staan ze dan ook bekend als 'L-nummers'. Hetzelfde geldt trouwens ook voor Corydoras die dan eerst onder een 'C-nummer' worden geïntroduceerd.

 

Hypancistrus zebra, een vreedzame harnasmeerval

Harnasmeervallen, en nog een aantal andere in de aquariumwereld bekende soorten, zoals de baardmeervallen (Synodontis spp), de stekelmeervallen, doornmeervallen en antennemeervallen, leven niet in groepen, maar veelal als enkel inidvidu met ieder een eigen territorium. In onze aquaria is het dan ook voor veel soorten het beste om slechts één individu te houden, tenzij men een speciaal voor de soort (en bv voor de kweek) ingerichte bak heeft. Meerdere soorten bij elkaar in één aquarium is vanwege de territoriumdrift helemaal af te raden.
De meeste van deze meervalsoorten zijn actief in het donker. Ze houden dan ook niet van (veel) licht. Te felle verlichting maakt de dieren schuw, zodat ze overdag helemaal niet meer te zien zijn. Als u dus zo nu en dan van uw meervallen wilt genieten is het noodzakelijk om in de bak donkere en schemerige plekjes te creëren met b.v. drijfplanten, of met 'overhangend' hout. Voldoende schuilplekjes voor de dieren zijn in alle gevallen nodig in het aquarium.

Als u verder bij de inrichting van het aquarium voldoende decoratiehout en afgerond bodemmateriaal (zand of fijn grint met ronde korrel) gebruikt zullen uw meervallen u dankbaar zijn.

Naast de hierboven genoemde zijn er nog een paar meervalsoorten die wat betreft hun activiteit en gezelschapsbehoefte een afwijkend beeld laten zien. De uitzonderingen op de regel. We zullen deze soorten verder aandacht geven in de rubriek over meervallen.

Killi's

Een groep van vaak zeer kleurrijke vissoorten behorend tot de orde van de tandkarpers.
Killi's staan bekend om hun bijzondere levenscyclus. Een aantal soorten leeft in de natuur op plaatsen waar permanent water is, zoals tropische rivieren en meren. Deze killi's hebben zich aangepast aan het verblijf in zulke permanente wateren en kunnen meerdere seizoenen leven, ook in het aquarium.

Veel soorten in de gebieden ten noorden en ten zuiden van het tropisch regenwoud op het Amerikaanse continent en in Afrika en Azië, waar de regenval sterk seizoensgebonden is, leven maar één seizoen. En natuurlijk is dat het meest tot de verbeelding sprekende verhaal.
 

Laimosemion xiphidus (eerder Rivulus xiphidius)

Stel je voor dat je daar zou zijn bij het begin van de regentijd. Dan zou je zien dat daar waar eerst 'gewoon' over de droge grond kon lopen, nu na een paar dagen regen het water blijft staan. En het wordt elke dag meer en meer. En als je dan weer een paar dagen later eens stil blijft staan en goed in het water kijkt zie je daar kleine visjes in zwemmen. Waar komen die vandaan? De visjes groeien hard en zijn toch al vrij snel een centimeter of vijf lang.
Na het einde van de regentijd worden de plassen kleiner en kleiner, tot ze op een bepaalde dag na zo'n maand of negen volledig zijn opgedroogd en de vissen sterven.

Een paar weken later ligt de grond er weer uitgedroogd bij. Alsof er nooit water heeft gestaan. Van vissenleven is geen spoor te bekennen. Bijzonder?, jazeker.

Het geheim? De killi's hebben zich als vissoort wel aan heel bijzondere levensomstandigheden aangepast en kunnen op die manier leven op plaatsen waar maar een deel van het jaar water is. De droogteperiode overleven ze in het eistadium.

 

terug naar boven

 

AquariumTips.nl is een initiatief van AquariumPlus

Copyright 2012: AquariumPlus

 

AquariumTips.nl  | info@aquariumtips.nl